Lille of Rijssel is een stad die in de naoorlogse periode hard geraakt is door economisch ontij. Er was sprake van een gelijktijdige neergang in de staalindustrie, gecombineerd met afbouw van de kolenmijnen. En tot slot werd de textielindustrie in heel Europa door overproductie overvallen. Deze sociaal-economische oorzaken hebben voor een afname van de bevolking van 100.000 inwoners (éénderde van de inwoners vertrok!) gezorgd, met navenante andere sociaal-economische gevolgen, zoals werkloosheid, leegstand, criminaliteit en verkrotting. Door grootschalige investeringen, sloop en gebiedsontwikkeling, alsmede het verleggen van de focus op toerisme en andere services, is dit tij inmiddels gekeerd.
Dit heeft ons geïntrigeerd om met Weltevreden de tijd uit te trekken en de stad uitgebreid te bezoeken, opvallende zaken te bekijken. Gecombineerd met een rondleiding en gesprekken met de gemeentelijke stadsontwikkeling hebben wij een beschouwing van de stad gemaakt; geslaagde gebieden of objecten, achterhaalde ideeën en parels!
De stad is inmiddels, dankzij de investeringen verworden tot een klassieke stad, met niet verrassend een moderne hub, met winkels en kantoren, gecombineerd met wonen. Die moderne hub, Euralille, is een zeer bewuste keuze geweest, waar door middel van grootschalige stadsvernieuwing aan de hand van het Rotterdamse bureau OMA, een stap is gezet naar de bereikbaarheid, door middel van een nieuw TGV-station (Gare de Lille Europe), die Lille verbindt met de doorgaande treinen van London, Brussel en Parijs.
Dit gebied heeft naar onze optiek nog niet de levendigheid die het zou kunnen hebben. Het is vooral een transit-plaats, waar overstappen van vervoer (auto-trein-bus-metro) plaatsvinden. Maar eenzelfde kan over een vergelijkbaar (eenzijdig) kantoorgebied als de Zuidas in Amsterdam gezegd worden.
Wonen is een secundaire ontwikkeling van het gebied geworden. Opvallend is hoeveel woningen, met private parkeerplaatsen, tevens veelal omsloten zijn door een hekwerk. Het gevoel van een gated community springt op. Dit is niet hoe wonen in Nederland zou worden ontwikkeld. Daar zou meer aandacht zijn voor de overgang van privaat naar openbare ruimte en vice versa.
Oude stad
Pleinen gefocust op handel
Waar in katholiek Frankrijk centrale pleinen zich uitermate goed lenen om kerken een belangrijke plaats te geven in de stadsinrichting viel ons op dat dit opvallenderwijs niet het geval is in Lille. De centrale pleinen komen namelijk toe aan de handel. Zo heeft de Oude Beurs (Veille Bourse), in de stijl van een cour omgeven door een vestibule voor de handelaren die we kennen van de historische Amsterdamse Beurs, een prominente plaats aan het Place du General du Gaulle. Handelaren moesten ook vermaakt worden, dus het Theatre du Nord en de Opera de Lille bevinden zich aan weerszijden van de Oude Beurs. Op een steenworp afstand is vervolgens de Chambre du Commerce gevestigd, waar de grandeur vanaf spat. Binnen is dit zo mogelijk nog extremer. Met goud en koper afgewerkte deuren, kroonluchters en een gigantisch glazen dak overspant de binnenplaats.
Kerken
Er zijn natuurlijk wel beeldbepalende kerken: de kerk Église Saint-Maurice stamt uit de 14e eeuw, met vele uitbreidingen, maar is ingepast in compacte bebouwing uit de 18e en 19e eeuw. Notre Dame de la Treille, de kathedraal van Lille, is in haar neo-gothische stijl duidelijk van een latere periode; zij staat op oudere fundamenten, maar is pas in 1854 gestart (en pas voltooid in 1999). De kathedraal doemt nogal plots op, tussen de laatmiddeleeuwse bebouwing in de omgeving (zoals bijvoorbeeld de Munt). De omgeving van de Cathedrale Notre Dame de la Treille kenmerkt zich door een organisch gegroeid stratenpatroon, met tegenwoordig veel detailhandel en gezellige cafés en restaurants, waar nog altijd wel een bepaalde mate van gentrificatie wordt toegepast.
Parken met aandacht voor landschapsinrichting
In de aanleg van de rondweg van Lille is tevens rekening gehouden met een groenstrook, waar mogelijk. Rond Gare de Lille Europe is dit gecombineerd met het uitlichten van de historische Porte de Roubaix in het park Matisse. Dit is op deze manier een aantrekkelijke entree naar de stad voor de bezoeker die met de TGV vanuit London, Brussel of Parijs aankomt. Ook de Citadel de Lille, één van de grootste verdedigingswerken van Vauban, is omgeven door een recent opgeknapt park. Opvallend is dat dit verdedigingswerk nog altijd een operationeel ‘fort’ is, waaruit de Franse afdeling van de quick-response forces van opereert. Maar in de stad bevinden zich ook enkele parken, waarvan het groen geschapen aan de Boulevard Jean Baptiste Lebas (vernoemd naar oud-burgemeester van Roubaix en verzetsstrijder in WOII). Dit park is ontworpen door het Rotterdamse bureau West8: het is gehele park omgeven door opvallende rode spijlen, die als je er recht voor staat transparant zijn, maar door de langwerpige vorm, wegkijkend, een rode muur vormen, die het park een kenmerkende beslotenheid geven.